Koen de Vries
Gevonden gezichten

LHBTI+ houdt me bezig. Het vertelt veel over het mens-zijn. Het thema drong zich bij dit beeld op toen ik lichaamsdelen ging verwisselen om te zien wat het met het beeld deed. In het resultaat zie ik iemand die over de hindernissen in het leven heen komt door zichzelf trouw te blijven. Die daar sterker van is geworden en ook de vorige vormen nog in zich meedraagt.

De schetsmatige boetseerstijl waarmee ik werk, dwingt me om de houding van het beeld regelmatig opnieuw te bepalen. Tijdens dat proces brengt elke nieuwe houding weer een eigen betekenis mee. 

Bij dit beeld was ik geïnspireerd door de foto van een stenengooier. Zo iemand die besloten heeft de zaken niet meer langs zich heen te laten gaan en in actie komt tegen het onrecht. Het leek erop dat ik heel dichtbij de houding was die ik zocht toen iets in het beeld me trof. De opgewondenheid van de stenengooier kreeg ineens een ander karakter. De kracht die zich eerst naar buiten richtte is naar binnen geslagen.

Het fascineert me dat het hoofd van wat we een zelfmoordterrorist noemen, meestal vrij ongeschonden wordt teruggevonden. De hoofden in mijn werk zitten (ook) niet vast aan een lichaam. Ik vermoed dat existentieel ongenoegen de motivatie was van hun aanslag. In dit beeld kwam dit verdriet samen met dat van de nabestaanden. Je ziet de stress en onzekerheid en de gevolgen die het zal gaan opleveren.

Een ode aan het mijmeren door middel van een beeld. Ontspanning en rustig in gedachte verzonken, dé manier om weer bij jezelf te komen. Een essentiële factor voor de lerende mens. Terugkeren bij wat je was en nieuwe indrukken er bij aan laten groeien. In die stilstand zit een innerlijke beweging. Ik vind dat dit heerlijk onopdringerig in dit werk zit. Je herkent het als je ermee vertrouwd bent. Hier huist poëzie.

Direct onder de oppervlakte ligt angst, klaar om af te gaan. Vluchten, vechten of bevriezen met een chemische reactie in je lijf die je direct transformeert tot een ander uithoek van je persoonlijkheid. Onder dezelfde oppervlakte ligt nog veel meer, maar alleen primatologen lijken er oog voor te hebben. 

Ik maak veel hiervan zichtbaar en daardoor kan je het bestuderen. Zoals kunst de wetenschap kan dienen. Het gaat mij om de poëzie maar het blijft opmerkelijk; als je het kwetsbare van de mens laat zien mensen hun ogen afwenden. Op televisie en in boek, theater en het nieuws kan de mens veiliger, want op afstand, bekeken worden.