Koen de Vries
Gevonden gezichten

Het verdriet dat dit beeld toont is een verdriet waar we ons maar al te snel van afkeren, het raakt ons. Nadat mijn vader was overleden ging ik ze herkennen en zag ik ze ze in elke stad. Vrouwen die hardop alleen waren, thuis zijn was geen optie maar ook een kopje koffie in de stad gilt hen aan. Als je geliefde sterft lijkt alles te veranderen en is ook je eigen houdbaarheid een ding geworden. Als je niet over je verlies jammert dan wel over je eigen lot.

Het eerste verhaal waar ik als kind door betoverd raakte was het verhaal van Mozes. Ik was 7 en verlang nog altijd terug naar die zomerse dagen waarop ik over Mozes hoorde en hem zijn avonturen zag beleven op ons nog onbestrate schoolplein. Later liet ook Michelangelo’s Mozes een grote indruk op mij achter. Ik voelde me vereerd dat Mozes uit mijn eigen vingers te voorschijn kwam, en nog wel als een door geestkracht op zijn baard voortschrijdende man met een missie. Het beeld behoort nog steeds tot mijn favorieten, ook omdat de afdruk zijn giethuid heeft behouden. Het ongepolijste vergroot het autonome.

In de serie portretten die niet graag gezien worden; de treurende man. Groot verdriet tekent het gezicht, inclusief ontwijkende en doelloze blik. Het boeiende is dat je zelf ook in die stemming komt, wat een normale reactie is. Het is de werking van de spiegelneuronen die een belangrijke rol spelen in sociaal contact. Bij een beeld zou je verwachten dat je deze spiegeling langs je heen kunt laten gaan. Dat die spiegelneuronen ook bij een beeld hun werk doen geeft mij veel plezier bij het maken. Vergelijkbaar met het plezier om een goed toneelspeler die prachtig drama vertolkt. Een uitdaging voor de toeschouwer: Ervaar hoe sterk je reageert en de emotie jou beheerst en probeer er dan overheen te stappen. Zie dat het verdriet op zijn gezicht gebeiteld is.Dit lijkt niet van voorbijgaande aard. Altijd stempelt hij het verdriet opnieuw voor zich uit.

Lange tijd was dit beeld voor mij een zelfportret zonder huid. Het verbeeldt een geesteshouding – die ik bij mezelf bespeurde – van het benaderen van de wereld met spot. Een houding tegenover het Momento Mori. Plezier maken tegen de klippen op is wat veel mensen doen. Proberen ze hiermee dit ‘gedenk te sterven’ te bestrijden? Het is voor mij eerder een tegenhanger van zingeving: onzingeving. Dat gelijktijdig zingeving opent en bevraagd.

Geestelijk uitgeput en lichamelijk niet uitgedaagd, deze ‘Man van de Bank’ sluipt zijn weg door zijn leven. Niet om aan te zien eigenlijk maar daardoor toch een aansprekend beeld, iets wat je kan leren zien. Want niet alleen bankmedewerkers kennen dit verschijnsel, iedereen loopt kans ergens in zijn leven in zo’n zwart gat te belanden. Vind je weg er maar eens uit, terwijl het juist je blinde vlek is die je ernaartoe heeft geleid. Hoe is het dan mogelijk om een uitweg te vinden?