Koen de Vries
Gevonden gezichten

De beelden van Lehmbruck vind ik bijzonder, en dan met name zijn portretten van lijdende jongens. Dit beeld heeft wel een Jüngling als onderwerp maar het is niet vol devotie en lijden. Eerder is het een portret van een jongen die onder de puberteit lijdt, een hoofd tijdens de grote verbouwing van kind tot volwassene. Hij weet het allemaal nog even niet,  letterlijk en figuurlijk.

Het beeld ‘Keesje’, het Diakenhuismannetje van Jan Bronner vind ik van een zeldzame klasse. Dit beeld is onderdeel van het Hildegard monument,  gebaseerd op een personage uit de Camera Obscura. Het Diakenhuismannetje lijkt verwikkeld in een constant gevecht met de zwaartekracht. Ik heb het boek nog steeds niet gelezen, bang dat dit beeld tekort gedaan  zal worden. De titel is dus geen verwijzing naar het boek, maar een hommage aan Bronner. Mijn beeld lijdt minder aan de zwaartekracht. Het gaat eerder over het ontglippen eraan, onstoffelijk worden geen lichaam meer. Slechts verzonken in zijn baard.