Koen de Vries
Gevonden gezichten

Een uit de goot opgegraven hoofd van een Rocker die de jaren ‘70 heeft overleefd. De laatste hersencel lijkt weg gesnoven en de houdbaarheidsdatum is in zicht. Toch werd hij maar weer rechtop gehesen om er nog een paar miljoentjes mee te verdienen. De titel is ontleend aan een liedje van Bill Wyman waarin hij zichzelf op een geestige wijze parodieert.

In de kunstgeschiedenis wordt een benadering als deze ook wel ‘a joke’ genoemd,. Veel grappen blijven niet leuk maar deze bevalt me bij elke landelijke of lokale verkiezing opnieuw. Zodra een nieuw kabinet gepresenteerd wordt blijkt het toch weer een groep primaten in strak pak. Kleren maken de man, maar de mens? Die doorloopt een zich herhalend toneelstuk.