Dit is mijn eerste groepsportret waarbij ik de interactie tussen mensen als onderwerp heb gebruikt. Het is een voorstelling geworden van hoe een groepje Amerikaanse soldaten – lees: weinig geschoolde jongeren van het platteland – in Irak democratie zou brengen. Aan één kant nogal Chaplinesk maar het gaat ook over (verschil van) cultuur. En het onbegrip waar je snel, maar ook langdurig, op stuit.
Het was heerlijk om los te gaan op de hoofden van demonstranten en deze vorm te geven. Verontwaardigd en boos worden de gezichten gedragen. Ze juinen elkaar op en per ongeluk vliegen delen persoonlijk leed door het protest heen. Vaak is het resultaat eerder afscheiding, dan het meekrijgen van de omstanders.
Eén van de koppen dreigt van boosheid zijn tanden uit te spugen. Dat is voor mij een hoogtepunt van portretkunst. Een genot om te bekijken naast alle heftigheid.